Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarna [1]zond Jehizkia tot het [2]ganse Israel en Juda, en schreef ook brieven tot [3]Efraim en Manasse, dat zij zouden komen tot het huis des HEEREN te Jeruzalem, om den HEERE, den God Israels, [4]pascha te houden. 1. Te weten, boden of gezanten. 2. Te weten, dat onder zijn gebied stond. Zie boven, hfdst.15 vs.17, en hfdst.21 vs.2. 3. En de anderen der tien stammen, onder, vs.5, die nog in het land overgebleven waren, en van hem meer door vriendschap genodigd, dan, gelijk de anderen door autoriteit tot dit feest te verschijnen gelast werden. 4. Zie Lev.23:5.